Spitsbergen
Had ontdekker en naamgever Willem Barentsz in 1596 iets verder de fjorden ingevaren zou hij het eiland waarschijnlijk ‘Platbergen’ hebben genoemd. Opgestuwd door de Groenlandse en Europese continentale platen. Veruit het grootste deel van Spitsbergen kent opmerkelijk afgeplatte bergtoppen. Allemaal sediment, broos gesteente onder druk gevormd, afgezet door rivieren en gletsjers. Kabbelende golven deden de rest en vlakten de bodem af. Miljoenen jaren geleden dreef dit eiland af van de evenaar waar het een moerassig oord was bewoond door dinosaurussen. Laag op laag, zonder zuurstof door hitte en druk gevormd geeft het onherbergzame landschap nu zijn fossielen prijs. De voetafdruk van 60-200 miljoen jaar geleden. We vinden overigens enkele mooie exemplaren, het ligt er soms mee bezaaid. Dieper in het gebergte zijn de dikke lagen vegetatie omgevormd tot hoogwaardige steenkool: de oorsprong van het huidige mijnwerkersstadje Longyearbyen. Enige en dus hoofdstad van Svalbard, de Noorse archipel waarvan Spitsbergen het grootste eiland is. Niet voor het ‘Svalbard treaty’ begin vorige eeuw was het een wetteloos, onverbiddelijk oord gefrequenteerd door een bont gezelschap van onverzettelijke poolreizigers, jagers, stugge mijnwerkers en gelukzoekers.
Het is hier, op 78 graden noorderbreedte, waar het Norwegian toestel rond het middaguur tot stilstand komt. Toeristen in T-shirts worden direct getrakteerd op een gure, ijskoude poolwind. Het is toerisme en wetenschap - niet langer de koolmijnen - dat geld in het laatje brengt. De enigste koolmijn van Noorwegen is op sterven na dood en het is ironisch dat dit als ‘groen’ bestempelde eiland volledig op fossiele energie draait. Wel geliefd door de Duitse auto-industrie om hoogwaardig staal van te smeden. Het is NASA die met forse geldinjecties een impuls aan de lokale economie geeft door te investeren in allerhande meetapparatuur. Razendsnel internet is dan ook aan NASA te danken evenals de nauwkeurige metingen aangaande dikte en omvang van het poolijs sinds de jaren zeventig. Er is geen land op of rondom de Noordpool, enkel drijvend ijs van maximaal vier meter. Het was drijvend pakijs dat Barentsz en zijn kornuiten ervan weerhield de zo gewenste Noord-Oost passage te vinden. Ditzelfde pakijs dat nu onder opwarming van de aarde steeds verder smelt en inmiddels gaan er in de zomer al bijna 100 schepen van West naar Oost of omgekeerd. Dit is goed nieuws voor de handel en winnen van aardolie of steenkool, maar slecht nieuws voor het klimaat.
Het is een vicieuze cirkel waar hogere temperaturen voor dunner Noordpool ijs zorgen, dit dunnere ijs absorbeert meer warmte (reflecteert minder de atmosfeer in) waardoor het nog sneller smelt. Het leefgebied van ijsberen wordt kleiner, ze zijn genoodzaakt vaak langere afstanden te overbruggen. Minder zeehonden als prooi betekent minder vet voor de koude wintermaanden en minder voortplanting. In 1974 pas werd de ijsbeer tot beschermde diersoort verklaard. Het stropen van ’s werelds grootste carnivoor was zo efficiënt geworden dat de populatie in rap tempo slonk. Jagers wachten in hun hutjes af tot beren in de automatische val met zeehond vlees als lokaas en pistool waren gelopen. De huid hoefde alleen nog maar verkocht te worden, de beer was al geschoten. Helaas maakte deze vallen geen onderscheid tussen mannetjes en vrouwtjes en aldus werden kleine beertjes als attractie naar het vaste land genomen en tot bepaalde grootte als huisdier gehouden. Tot ze uiteindelijk in de dierentuin belandden. Los van klimaatverandering waren reeds eeuwen hiervoor de zeeën door de Engelsen en Hollanders al vrijwel geheel ontdaan van walvissen. De gewilde levertraan bracht in Europa veel geld op als brandstof om kamers en steden mee te verlichten. Op Spitsbergen ziet men dezer dagen dan ook weinig wild. Rendieren doen het als een van de weinige diersoorten wel goed op dit eiland en mogen gedurende twee maanden in het najaar zelfs geschoten worden. Zonder geweer en vergunning kom je hier sowieso niet ver en als toerist ben je veroordeeld tot bewapende gidsen om je het stadje uit te begeleiden.
Dit is echter wel het dagelijkse plan en de Noorse of Deense gidsen nemen steevast een Husky hond mee. Afgedankt als sledehond waar ze in de sterke hiërarchie niet uit de verf kwamen kunnen ze met hun uitmuntende reukvermogen nog voldoende dienst doen. Wel aangelijnd want in dit ras zit altijd wel een paar procent wolf waardoor de loslopende rendieren een gewilde prooi vormen. Met sneeuwschoenen trekken we de heuvels in, eten we achter een met sneeuwschep gemaakt muurtje afgeschermd van de rukwinden. Het is werkelijk muisstil en als de zon doorbreekt raak je zonder zonnebril vrij snel ‘snowblind’. Anticiperen op het weer aan de Atlantische kust was voor de Duitsers een van de redenen de paar mijnwerkers te verjagen om zo meer grip op de duikbootoorlog te krijgen. Een neergestorte Messerschmidt in de vallei herinnert ons aan deze korte periode van Duitse overheersing. Verder zijn het met name de Russen die begin vorige eeuw graag de onrendabele kolenmijnen van de Zweden en Noren voor een grijpstuiver op de kop tikten. Zwaar gesubsidieerd haalden ze er miljoenen tonnen steenkool uit voor met name Moermansk en het Kola schiereiland. En gaven zo Spitsbergen een Russisch tintje want men geeft weinig blijk van Noors grondgebied dan wel staatsburgerschap in de verlaten Russische mijnwerkersstadjes. Het zijn werkelijk spooksteden in allerijl verlaten na het uiteenvallen van de Sovjet Unie. Rondleidingen en enkele overnachtingen is wat een paar verdwaalde Russen hier nog op de been houdt. Veelzeggend was de buschauffeur met mes aan de riem en revolver met patronen op het dashboard. Enigszins begrijpelijk wel daar enkele jaren geleden een ijsbeer het hotel binnenbrak en volgens de lokale overlevering direct naar de ijskast met vodka gelopen zou zijn…
We inspecteren die middag verder de immense Nordenskioldgletsjer tegenover het spookstadje Pyramiden. In tegenstelling tot de meeste gletsjers bewegen deze bevroren rivieren hier niet zoveel vanwege de permafrost. Ze zijn nu misschien een paar procent van de omvang die ze ooit geweest zijn. Desalniettemin boezemen ze veel ontzag in en ademloos staren we naar de blauwe ijsmassa. De Filippijnse bemanning vist ondertussen enkele ijsbrokken uit het water, breekt ze in stukjes en zorgt voor een ‘whiskey on-the-rocks’. De volgende dag dalen we zelfs door een piepklein sneeuwhol af in een van deze natuurverschijnselen. Het blijkt levendiger dan je verwacht. Waterstroompjes vinden van boven (in tegenstelling tot vanonder bij de meeste gletsjers) hun weg door de ijsmassa en deze riviertjes in de gletsjers vormen een ongelofelijk doch niet ongevaarlijk terrein voor de beginnende pooltoerist. Steen en zand zijn in de loop der jaren afgezet en vastgevroren, bizarre ijskristallen en ijspegels zorgen voor een wonderlijk wintertafereel. Bepaald niet aan te raden voor claustrofobisch aangelegde mensen en vanwege het toenemende smeltwater wordt het stroompje op de bodem steeds omvangrijker. De gids besluit daarom het gat af te dichten en er pas na de zomer weer terug te komen. Het kan nog het beste worden vergeleken met een riool waar je tussen bonkhard ijs een weg probeert te vinden.
De terugtrekkende gletsjers (toenemend op een enkele plek) waren voor Poolreiziger Bernice Nooteboom aanleiding hier in april met hoogwaardigheidsbekleders een kijkje te nemen en hen te overtuigen vaart te maken met hun duurzaamheidsplannen. De kritieke 2 graden opwarming is een ‘point of no return’. Voor verder onderzoek en verdieping is Spitsbergen natuurlijk dé springplank voor avontuurlijke Noordpool expedities. De zogenaamde ‘last degree’ champagne toeristen mogen nauwelijks de schoenen poetsen van echte pioniers zoals Roald Amundsen en Umberto Mobile. Waar laatstgenoemden met luchtballonnen grenzen verlegden en hun levens letterlijk in de waagschaal stelden komen rijke Noordpool toeristen met de helikopter om op de geomagnetische Noordpool het glas te heffen. Oké, soms skiën ze de laatste graad en kamperen ze op het drijvende Noordpool ijs om de laatste 100 km op eigen kracht af te leggen. Hoe ze precies aan voldoende slaap komen mag Joost weten want alleen op Spitsbergen al gaat de zon in de zomermaanden 100 dagen lang niet onder. Je hebt geen flauw benul meer van de tijd al is een krantje lezen om 3.00 ’s nachts ook wel weer bijzonder. Hier staan echter 80 dagen van volledige duisternis tegenover. Misschien is het daarom dat de Noorse overheid besloot lokaal niet of nauwelijks belastingen te innen en het beetje geld ook weer direct lokaal te investeren. Het biedt in ieder geval nog een financiële prikkel hier enige tijd te bivakkeren. Werkelijk alles (zelfs brandhout, er zijn exact nul bomen op heel Spitsbergen) moet geïmporteerd worden en de prijzen liegen er niet om.
Het is eindelijk stralend weer en wat is dit dan toch een prachtige plek met het heldere licht en de nog besneeuwde bergtoppen om de fjorden heen. Met twee Zweden en een Deen stappen we de kayak in en peddelen we naar de overkant van het Fjord. De wind steekt op en we meren aan bij een verlaten kolen verdeelcentrum. Het is de zoveelste mijn die na enkele jaren gesloten werd; het was simpelweg niet rendabel te krijgen. Materieel en mensen moesten helemaal naar het verre noorden verscheept worden en tevreden blijven. De gangen gingen tot kilometers diep de berg in. Op prijs kon de steenkool van hier nooit concurreren. De failliete bedrijven konden zelfs de laatste karretjes en hutjes niet mee terugnemen en nu zijn ze tot cultureel erfgoed verklaard net zoals alles van voor 1945. We hopen vanuit de hut enkele poolvossen te zien die loeren op jonge vogeltjes en eieren. De schuwe beestjes geven echter niet thuis en we maken rechtsomkeert om net voor de aantrekkende storm de overkant te halen.
Die middag wordt op het dek van de boot vlees van de dwergvinvis op de barbecue gemarineerd en gebraden. Als dit niet als vis bestempeld kan worden is het mijn eerste vlees in lange tijd, maar het smaakt nergens naar. Het is opeens erg rustig op de boot en iedereen zit voorover of in elkaar gedoken de sterke golfslag af te wachten.
Reacties
Een reactie posten